Waarom technologie de arbeidsproductiviteit niet vanzelf verhoogt
AI roept vragen en onzekerheid op, maar leiders kunnen met realisme, waarden en betrokkenheid de weg wijzen. Niet door blind op technologie te vertrouwen, maar door mensen centraal te stellen in de digitale transformatie. Zo ontstaat er geen angstcultuur, maar een leer- en groeicultuur
Slimmer werken: van systeemvisie naar praktijk
Kim Putters wees recent in het FD op het belang van investeringen in technologie en innovatie om de stagnerende arbeidsproductiviteit aan te pakken. Hij stelt terecht dat we slimmer moeten werken in plaats van harder. Maar in de praktijk blijkt dat technologie lang niet altijd leidt tot hogere productiviteit. De reden? Niet de technologie zelf, maar de manier waarop deze wordt geïmplementeerd.
Technologie die niet werkt voor mensen, werkt niet
Gebrek aan impactanalyse
De kernvraag is niet óf technologie bijdraagt aan arbeidsproductiviteit, maar hoe dat gemeten en geborgd wordt. In de praktijk ontbreekt het vaak aan een grondige impactanalyse vóór de invoering van nieuwe systemen. Een effectieve impactanalyse onderzoekt niet alleen technische haalbaarheid of kosten, maar expliciet: hoe verandert dit werkprocessen, wat zijn de gevolgen voor vakmanschap, motivatie en tijdsbesteding? Die analyse moet voorafgaan aan elke investering in technologie als men daadwerkelijk productiviteit wil verhogen. Bij de introductie van nieuwe systemen wordt zelden vooraf goed onderzocht wat de werkelijke impact is op het dagelijkse werk. Businesscases draaien vaak om kostenbesparing of automatisering, maar negeren implicaties voor werkdruk, werkplezier en vakmanschap. Zo werd bij veel EPD-implementaties onvoldoende rekening gehouden met extra handelingen, inlogtijden en dubbel invoeren. Die effecten werden zelden meegenomen in de besluitvorming. Ook bij het VASD-project in Groningen bleek dat er te weinig was nagedacht over de gevolgen voor de organisatie en de medewerkers, wat uiteindelijk leidde tot het stopzetten van het systeem. Bij de introductie van nieuwe systemen wordt zelden vooraf goed onderzocht wat de werkelijke impact is op het dagelijkse werk. Businesscases draaien vaak om kostenbesparing of automatisering, maar negeren implicaties voor werkdruk, werkplezier en vakmanschap.
Echte productiviteit begint op de werkvloer
Evaluatie: productiviteit meten na invoering
Een tweede cruciale stap die vaak ontbreekt, is de evaluatie achteraf. Veel bedrijven besteden vooraf veel aandacht aan het opstellen van een businesscase – waarin wordt becijferd welke voordelen technologie zou moeten opleveren. Maar zelden wordt er na implementatie geëvalueerd of die beloften ook echt zijn waargemaakt. Vooral ten aanzien van arbeidsproductiviteit is dit een opvallende lacune. Het vergt gerichte metingen, gesprekken op de werkvloer en een open houding ten opzichte van wat niet werkte. Zonder die toetsing blijft het effect van technologie onzichtbaar en kunnen dezelfde fouten zich herhalen bij volgende investeringen.
Voorbeelden uit zorg en overheid
In de zorgsector zien we hoe digitale systemen zoals het EPD (elektronisch patiëntendossier) in theorie efficiëntie zouden moeten opleveren, maar in de praktijk vaak zorgen voor hogere registratiedruk en frustratie onder zorgverleners. In het sociaal domein zien we vergelijkbare problemen: de gemeente Groningen stopte recent met de invoering van een ICT-systeem (VASD) vanwege de grote negatieve impact op processen en medewerkers. Beide voorbeelden laten zien dat zonder goede voorbereiding en betrokkenheid van gebruikers, technologie eerder verstoort dan versterkt. Niet alleen in de zorg, maar ook in het sociaal domein zien we hoe digitalisering kan mislukken. De gemeente Groningen stopte recent met de invoering van een ICT-systeem (VASD) vanwege de grote negatieve impact op processen en medewerkers.
Organisatiebrede aanpak als randvoorwaarde
Naast impactanalyse vooraf, laat onderzoek van Boston Consulting Group zien dat succesvolle toepassing van technologie – zoals AI – vrijwel altijd gekoppeld is aan een organisatiebrede aanpak. Dat betekent dat digitale transformatie niet alleen een IT-vraagstuk is, maar een integraal onderdeel van strategie, leiderschap en cultuur. Zonder die samenhang blijven beloftes van technologie steken in goede bedoelingen. Wat technologie effectief maakt, is niet de software of infrastructuur zelf – maar de manier waarop het het werkproces beïnvloedt. In succesvolle organisaties is technologie geen losstaand IT-project, maar een integraal onderdeel van hoe mensen hun werk doen. Dat vraagt om serieuze aandacht voor knelpunten op de werkvloer, iteratieve invoering met directe feedback, en een cultuur waarin medewerkers ruimte krijgen om technologie zich eigen te maken. AI kan bijvoorbeeld administratieve lasten verlichten, maar alleen als processen worden herontworpen en het systeem meegroeit met de praktijk. Technologie moet vakmensen ondersteunen – niet frustreren. Dat vraagt om nauwe betrokkenheid van gebruikers bij ontwerp en invoering. Kunstmatige intelligentie biedt veel potentie, maar alleen als het ingebed wordt in het werkproces en gedragen wordt door de organisatie.
Van beleidsambitie naar uitvoerbare keuzes
Slimmer nadenken vóórdat we slimmer werken
De roep om hogere arbeidsproductiviteit is terecht. Maar die begint niet bij technologie, beleid of systemen – ze begint bij mensen. Bij verstandige keuzes aan de voorkant, bij toetsing achteraf, en bij het serieus nemen van de werkvloer. Technologie versterkt pas als mensen ermee kunnen werken.
Dit artikel is een reflectie op het FD-artikel van 5 juni over productiviteitsgroei en op de analyse van Kim Putters. Het is gebaseerd op 27 jaar ervaring in digitale transformatie en AI.
Ontdek meer AI inzichten
- AI-strategie en ethiek
- Generative Search Optimization (GSO)
- Digitale transformatie voor het hogere segment
Volg Ronald Ritsma op LinkedIn voor wekelijkse inzichten over AI en leiderschap.
